In 1994 is het LSR opgericht om bewoners- en deelnemersraden in woonvormen voor mensen met een lichamelijke handicap te ondersteunen. Het LSR is ontstaan vanuit een initiatief van bewoners met een lichamelijke beperking. Zij hadden behoefte aan inspraak en besloten de krachten te bundelen.Er ontstond steeds meer roep voor wettelijke geregelde medezeggenschap in zorginstellingen. Dit resulteerde in 1996 in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen, de Wmcz.
Vanaf 1995 sloten ook steeds meer cliëntenraden van revalidatiecentra zich aan bij het LSR; de LG-sector en de revalidatiesector hadden nauwe banden met elkaar. Met veel passie is het LSR zich ervoor gaan inzetten dat mensen zelf meedenken en meepraten. ‘Voor en door hen’ was een belangrijk uitgangspunt. Dus niet over mensen maar mét mensen praten.
Eind jaren negentig fuseerden steeds meer zorginstellingen. Van gescheiden zorginstellingen die alleen LG-zorg boden was steeds minder sprake. Met deze ontwikkeling kreeg het LSR ook steeds meer vragen om ondersteuning van cliëntenraden in de verstandelijke gehandicaptenzorg. Het LSR ging daarom eind jaren negentig ook in de VG-sector advies en ondersteuning bieden.
Een andere ontwikkeling eind jaren negentig, was dat het LSR samen met de CG-raad een kwaliteitsinstrument ontwikkelde om de kwaliteit van de zorg vanuit het perspectief van de cliënt te toetsen. Vanaf 1998 is het LSR met subsidie van de overheid hiermee in de LG-sector de kwaliteit gaan toetsen. Later werd dit uitgebreid naar de VG-sector. Bij de uitbreiding van zijn aanbod bleef voor het LSR vooropstaan dat de stem van de cliënt moest doorklinken.
Medio 2002 is het LSR ook actief geworden in de ziekenhuissector. Medezeggenschap kwam hier aanvankelijk niet van de grond. De NPCF heeft het LSR gevraagd om middels een tweejarig project de medezeggenschap in ziekenhuizen een stimulans te geven. Het LSR had inmiddels ervaring opgebouwd in de aanverwante revalidatiesector.
Een laatste belangrijke ontwikkeling was dat het LSR zich niet alleen ging richten op medezeggenschap en op de kwaliteit van de zorg, maar uitdrukkelijk ook op het stimuleren van zeggenschap. Dit uitte zich met name in de ontwikkeling van het aanbod van de cliëntvertrouwenspersoon en door het opzetten van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Op dit moment is het LSR op drie terreinen een sterke speler: kwaliteitstoetsingen, medezeggenschap en klachtopvang.
Wat bleef was de naam LSR. Oorspronkelijk als afkorting: Landelijk Steunpunt Raden. Vervolgens – omdat het bekend en vertrouwd was – als naam: LSR- Landelijk steunpunt cliëntenraden. Vanwege uitbreiding van activiteiten is de huidige naam: LSR – Landelijk steunpunt (mede)zeggenschap.
De hoofdlijnen van de geschiedenis geven goed weer waar het LSR voor staat: de stem van de cliënt laten klinken. Vanuit bovenstaande visie wil het LSR, waar hij van meerwaarde kan zijn voor mensen die zorg en ondersteuning ontvangen, een bijdrage leveren. Dit heeft er de afgelopen jaren ook voor gezorgd dat het LSR actief is bij gezondheidscentra, in de maatschappelijke opvang, de GGZ en in de Wmo-welzijnszorg.