Onderwerp | Wmcz | Wmcz 2018 |
Inspraak | De Wmcz kende geen bepalingen over inspraak. | De Wmcz 2018 bepaalt dat aanbieders van langdurig verblijf cliënten en hun naasten inspraak geven. |
Instelling cliëntenraad | De Wmcz bepaalde dat de zorgaanbieder een cliëntenraad instelt voor iedere ‘instelling’ die de aanbieder in stand houdt. | De Wmcz 2018 bepaalt dat zorgaanbieders een cliëntenraad instellen. Aanbieders van thuiszorg en langdurig verblijf stellen in principe voor iedere locatie een cliëntenraad in. |
Centrale cliëntenraad | De Wmcz kende geen regeling van de centrale cliëntenraad. | De Wmcz 2018 bepaalt dat er een centrale cliëntenraad kan worden ingesteld en dat zo’n raad dezelfde taken en rechten heeft als een cliëntenraad. Zijn er meerdere cliëntenraden ingesteld? Dan worden in de medezeggenschapsregeling bevoegdheden verdeeld tussen de cliëntenraden. |
Instellingsbesluit -> medezeggenschapsregeling | De Wmcz bepaalde dat de zorgaanbieder moest regelen hoe de cliëntenraad werd samengesteld en over welke middelen de raad kon beschikken. In de praktijk legde men dit vaak vast in een instellingsbesluit. | De Wmcz 2018 introduceert de medezeggenschapsregeling. Hierin worden de samenstelling van de cliëntenraad en een aantal andere onderwerpen geregeld. |
Kosten cliëntenraad | De Wmcz kende een beperkte regeling van vergoeding van kosten van de cliëntenraad door de zorgaanbieder. | De Wmcz 2018 regelt de vergoeding van kosten uitgebreider. |
Ondersteuner | De Wmcz regelde niets over ondersteuning van de cliëntenraad. | De Wmcz 2018 geeft cliëntenraden instemmingsrecht bij (besluiten over) benoeming van degene die de cliëntenraad ondersteunt. De ondersteuner moet zich onafhankelijk van de zorgaanbieder kunnen opstellen. |
Samenwerking zorgaanbieder en cliëntenraad | De Wmcz kende geen bepalingen over een samenwerkingsovereenkomst tussen zorgaanbieder en cliëntenraad. In de praktijk werd zo’n overeenkomst wel vaak gesloten. | De Wmcz 2018 regelt de samenwerkingsovereenkomst ook niet. Cliëntenraden en zorgaanbieders kunnen een samenwerkingsovereenkomst sluiten of hun samenwerking regelen in de medezeggenschapsregeling (let op het juridisch verschil). |
Contact cliëntenraad met cliënten | De Wmcz kende geen specifieke bepalingen over het contact tussen cliënten en cliëntenraad. | De Wmcz 2018 bepaalt dat:
|
Bindend voordrachtsrecht | De Wmcz bepaalde dat in de statuten geregeld moest zijn dat tenminste een lid van de raad van toezicht wordt benoemd op bindende voordracht van de cliëntenraad. | De Wmcz 2018 wijzigt het bindend voordrachtsrecht niet, maar voegt daar aan toe dat de cliëntenraad en de raad van toezicht ten minste een keer per jaar met elkaar overleggen. Ook vallen besluiten over de profielschets van leden van de raad van toezicht nu onder het adviesrecht van de cliëntenraad. |
Enquêterecht | De Wmcz regelde niets over het enquêterecht. Het Uitvoeringsbesluit Wtzi bepaalde dat zorgaanbieders in hun statuten moesten regelen welk orgaan dat de cliënten vertegenwoordigt het enquêterecht kon uitoefenen. Dat kon de cliëntenraad zijn, maar bijvoorbeeld ook een cliëntenorganisatie. | De Wmcz 2018 kent het enquêterecht toe aan de cliëntenraad. Dit betekent dat de cliëntenraad een onderzoek naar de gang van zaken in de zorginstelling aan mag vragen bij de ondernemingskamer. De bepaling uit het Uitvoeringsbesluit Wtzi over statutaire regeling van het enquêterecht vervalt. |
Rol Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd | In de Wmcz had de IGJ geen rol. | In de Wmcz 2018 ziet de IGJ toe op de naleving van een aantal verplichtingen. |
Rol kantonrechter | In de Wmcz konden cliënten en cliëntenraden een beroep doen op de kantonrechter. | In de Wmcz 2018 heeft de kantonrechter geen rol meer. Als een zorgaanbieder de Wmcz 2018 niet naleeft, kan een beroep worden gedaan op de commissie van vertrouwenslieden of op de IGJ. |
Beroepsmogelijkheid na uitspraak commissie Van vertrouwenslieden |
De Wmcz bood geen mogelijkheid om in beroep te gaan op een uitspraak van de commissie van vertrouwenslieden. | De Wmcz 2018 biedt cliëntenraden en zorgaanbieders de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de ondernemingskamer. |